De geschiedenis van adaptogenen in het westen

De geschiedenis van adaptogenen in het westen

Het gebruik van adaptogenen is al duizenden jaren onderdeel van o.a. de Ayurveda, Traditionele Chinese Geneeskunde en de Tibetaanse kruidengeneeskunde.
Een van deze adaptogenen is ginseng, die al meer dan 2000 jaar een grote rol speelt in de Traditionele Chinese Geneeskunde.

In het westen zijn we de helende eigenschappen van adaptogenen en medicinale paddenstoelen steeds meer aan het ontdekken.
De Chaga paddenstoel wordt in Rusland en in delen van Europa al eeuwenlang gebruikt als een volksremedie voor verschillende aandoeningen.
In Rusland wordt hij traditioneel ingezet voor de spijsvertering, het immuunsysteem en ter bevordering van de gezondheid van de lever, de luchtwegen en de huid. 

Tegenwoordig worden adaptogenen steeds populairder in het westen, waar ze gebruikt worden als natuurlijke remedies tegen stress en het optimaliseren van de gezondheid.

De geschiedenis van adaptogenen in het westen 

In het westen werden adaptogenen voor het eerst geïdentificeerd en bestudeerd door Sovjet wetenschappers in de jaren 40 en 50.
Zij waren op zoek naar manieren om de prestaties en weerbaarheid van hun soldaten en atleten te verbeteren.

De term "adaptogeen" werd eind 1940 bedacht door de Russische wetenschapper Nikolai Lazarev, die het definieerde als een stof die het lichaam helpt om zich aan te passen aan verschillende stressoren en de weerbaarheid tegen fysieke, chemische en biologische stress verhoogt.

In de jaren 1950-1970 werd er verder onderzoek gedaan naar adaptogenen in Rusland.
Lazarev identificeerde een aantal kruiden en plantenextracten waarvan hij geloofde dat ze adaptogene eigenschappen hadden, waaronder Rhodiola rosea, Eleuthero (Siberische ginseng) en Schisandra chinensis.
Deze adaptogenen bleken krachtige eigenschappen te hebben, zoals het verbeteren van cognitieve functies, het verminderen van vermoeidheid en het ondersteunen van het immuunsysteem.

Israel Brekhman was een Russische wetenschapper met een doctoraat in bio-chemie die uitgebreid onderzoek deed naar adaptogenen, met name naar de adaptogene eigenschappen van ginseng.
Het onderzoek van Brekhman begon in de jaren 1940 en duurde tot aan zijn dood in 1994.

Zijn onderzoek richtte zich op het vermogen van adaptogenen om de weerstand van het lichaam tegen stress en ziekte te verhogen.
Hij bestudeerde de effecten van adaptogenen op het immuunsysteem, het cardiovasculaire systeem en het zenuwstelsel.
Hij onderzocht ook de potentiële kankerwerende eigenschappen van adaptogenen.

 

Wat is de definitie van een adaptogeen?


Brekhman en zijn collega's definieerden adaptogenen als natuurlijke plantenstoffen die:  

- het vermogen van het lichaam om met interne en externe stress om te gaan verhogen.

- stimulerende effecten vertonen na zowel eenmalig als langdurig gebruik, wat leidt tot toegenomen werkcapaciteit en mentaal prestatievermogen onder stressvolle en vermoeiende omstandigheden.

- de functies van het lichaam normaliseren.

- volledig veilig zijn en geen negatieve bijwerkingen hebben.


Brekhman linkte de unieke chemische verbindingen die in ginseng voorkomen, bekend als ginsenosiden en hun enorme gezondheidsoordelen aan hun adaptogene eigenschappen.

Een van zijn belangrijkste bijdragen was het ontwikkelen van een gestandaardiseerde methode voor het meten van de adaptogene activiteit van kruiden.
Deze methode, bekend als de "adaptogene index", maakte het onderzoekers mogelijk om de effectiviteit van verschillende adaptogene kruiden te vergelijken en om de meest krachtige te identificeren.

Het werk van Brekhman heeft een grote invloed gehad op de natuurlijke geneeskunde en zijn bevindingen hebben bijgedragen aan de groeiende populariteit van adaptogenen over de hele wereld.

Veel van de adaptogene kruiden die Brekhman onderzocht heeft, waaronder ginseng, eleuthero, rhodiola en schisandra, kennen tegenwoordig een breed gebruik vanwege hun eigenschappen om stress te verminderen en de gezondheid te bevorderen.

Lazarev en Brekhman worden allebei erkend als pioniers op het gebied van onderzoek naar adaptogenen en hun werk heeft een blijvende invloed gehad op de natuurlijke geneeskunde.
Hun onderzoek heeft een cruciale rol gespeeld in het leggen van een wetenschappelijke basis voor het gebruik van adaptogenen ter bevordering van de gezondheid.